Geboren in Sint Annaparochie (Friesland) in 1969 verhuisde ik in 1992 naar Leiden om politicologie te gaan studeren. Na mijn afstuderen in 1996 werkte ik onder meer voor een Kamerlid en op een departement. Het bloed kroop echter waar het niet gaan kon, en ik sloeg aan het schrijven. Naoorlogse politieke geschiedenis is daarin de rode draad geworden. Onder het kopje 'Uitgelicht' vindt u meer informatie over de afzonderlijke boeken.
In 1999 zag het eerste boek het licht: 'De verbeelding aan de macht', over het kabinet-Den Uyl (1973-1977). Ik schreef het samen met Willem Breedveld. Deze nestor van de parlementaire journalistiek werd mijn belangrijkste leermeester, ook over de werking van nieuws. Willem had natuurlijk geregeld dat er op de dag van publicatie, 28 oktober 1999, een samenvatting van het hoofdstuk over het Lockheed-schandaal in zijn krant (Trouw) stond. Onze reconstructie van de gevoelens onder de leden van het kabinet over deze affaire deed veel stof opwaaien. Na drie drukken van de paperback-editie volgde nog een pocketversie van het boek. Dit boek verscheen als enige bij uitgeverij SDU; al mijn overige boeken verschenen bij Uitgeverij Boom in Amsterdam, die nog steeds mijn vaste uitgever is.
Eind 2000 volgde 'De Molukse acties'. Dit boek verscheen tegelijk met de bijbehorende vierdelige NPS-documentaire 'Dutch Approach', gemaakt door Pieter van Huystee. Voor dit boek werkte ik samen met Hans Dortmans van dat bedrijf. De gijzelingsacties in de jaren '70 en de achtergronden daarvan, waar dit boek over gaat, staan de laatste tijd weer volop in de aandacht. Dat is de reden dat ik in 2015 het boek geheel heb herzien; het is nu weer verkrijgbaar bij uitgeverij Boom.
Inmiddels was ik gaan werken op het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), als eindredacteur van het rapport over Srebrenica. De regering had dat instituut gevraagd de gebeurtenissen voor, tijdens en na de val van Srebrenica in 1995 te onderzoeken. Daar werkte het instituut al enige tijd aan toen ik aan de onderzoeksgroep werd toegevoegd. Het rapport verscheen uiteindelijk op 10 april 2002. Zes dagen later viel het tweede kabinet-Kok over dit onderzoek. Later in 2002 publiceerde ik een samenvatting van het Srebrenica-rapport, bedoeld voor diegenen die benieuwd waren naar de bevindingen in kort bestek van dit duizenden pagina's tellende rapport (met nog eens zoveel pagina's aan papieren en digitale bijlagen).
Ook in 2002 begon ik bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis (CPG) van de Nijmeegse universiteit aan de biografie van mr. A.A.M. (Dries) van Agt. Daarmee ontstond een biografieënreeks van oud-premiers van het CPG, na oud-premier Piet de Jong. Van Agt was minister van Justitie (1971-1977) en premier (1977-1982) en stelde ons zijn archief ter beschikking, dat nu in Nijmegen gedeponeerd is bij het Katholiek Documentatiecentrum. Met Peter van Griensven en Johan van Merriënboer als co-auteurs verscheen deze biografie in mei 2008. Het eerste exemplaar werd aangeboden aan premier Jan Peter Balkenende op het Catshuis. Het boek verscheen als paperback en hardcover.
Als tussendoortje publiceerde ik met Carla Hoetink, die ik op de Nijmeegse universiteit had leren kennen, 'Over lijken', over parlementair taalgebruik. Dit boek boden we in maart 2006 in de Oude Zaal van de Tweede Kamer aan, aan de verzamelde oud-voorzitters van de Tweede Kamer die we voor het boek ook gesproken hadden. Centraal in het boek staat de bevoegdheid, die de Voorzitter van de Tweede Kamer van 1934 tot 2001 had, om te schrappen uit de Handelingen van de Tweede Kamer. Door te bezien hoe deze gebruik maakte van die bevoegdheid ontstond, zoals Boom het op de achterkant van het boek noemde, 'een vrolijke cultuurgeschiedenis van het parlement'.
Vanaf 2008 werkte ik een jaar voor de toenmalig Voorzitter van de Tweede Kamer, Gerdi Verbeet, aan een rapport over parlementaire zelfreflectie. Zoals de naam al aangeeft was dit project bedoeld als een poging om Kamerleden een soort spiegel voor te houden, om zo te weten te komen of er dingen beter kunnen. Onder andere is daarin geanalyseerd hoe de Kamerleden gebruikmaken van de instrumenten die ze tot hun beschikking hebben. Het rapport met als titel 'Vertrouwen en zelfvertrouwen' verscheen als Kamerstuknummer 31845 nr. 3.
In 2009 begon ik aan de Universiteit Maastricht (als een van de partners in het Montesquieu Insituut) aan een promotie-onderzoek. Het onderwerp: coalitievorming (zeg maar, de weg die wordt afgelegd van verkiezingen naar een nieuw kabinet). Daarbij vergelijk ik Nederland en Duitsland, bezien vanuit juridisch, historisch en politicologisch perspectief. Op 9 maart 2017 verscheen het boek en ben ik gepromoveerd. Daarna ben ik gaan werken aan een boek over dagblad Trouw, uit te brengen bij het 75-jarig jubileum van die krant. Dat verscheen op 17 februari 2018 onder de titel 'Trouw - 75 jaar tegen de stroom in' en is nog steeds verkrijgbaar (ook weer bij Boom). In november 2020 verscheen mijn biografie van oud-landbouwpoliticus Pierre Lardinois.
Vanaf 2020 werkte ik aan de biografie van oud-ARP/CDA-politicus Jan de Koning, die op 27 november 2023 verscheen. Sinds 2023 werk ik aan een boek over de geschiedenis van het ministerie van Algemene Zaken.
Tot slot: sinds ik in 1992 in Leiden ben gaan studeren, ben ik hier steeds naar tevredenheid blijven wonen. In 2002 ben ik er lid van de gemeenteraad geworden voor D66. In maart 2018 heb ik afscheid genomen van de gemeenteraad. Bij die gelegenheid ben ik benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
In 1999 zag het eerste boek het licht: 'De verbeelding aan de macht', over het kabinet-Den Uyl (1973-1977). Ik schreef het samen met Willem Breedveld. Deze nestor van de parlementaire journalistiek werd mijn belangrijkste leermeester, ook over de werking van nieuws. Willem had natuurlijk geregeld dat er op de dag van publicatie, 28 oktober 1999, een samenvatting van het hoofdstuk over het Lockheed-schandaal in zijn krant (Trouw) stond. Onze reconstructie van de gevoelens onder de leden van het kabinet over deze affaire deed veel stof opwaaien. Na drie drukken van de paperback-editie volgde nog een pocketversie van het boek. Dit boek verscheen als enige bij uitgeverij SDU; al mijn overige boeken verschenen bij Uitgeverij Boom in Amsterdam, die nog steeds mijn vaste uitgever is.
Eind 2000 volgde 'De Molukse acties'. Dit boek verscheen tegelijk met de bijbehorende vierdelige NPS-documentaire 'Dutch Approach', gemaakt door Pieter van Huystee. Voor dit boek werkte ik samen met Hans Dortmans van dat bedrijf. De gijzelingsacties in de jaren '70 en de achtergronden daarvan, waar dit boek over gaat, staan de laatste tijd weer volop in de aandacht. Dat is de reden dat ik in 2015 het boek geheel heb herzien; het is nu weer verkrijgbaar bij uitgeverij Boom.
Inmiddels was ik gaan werken op het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), als eindredacteur van het rapport over Srebrenica. De regering had dat instituut gevraagd de gebeurtenissen voor, tijdens en na de val van Srebrenica in 1995 te onderzoeken. Daar werkte het instituut al enige tijd aan toen ik aan de onderzoeksgroep werd toegevoegd. Het rapport verscheen uiteindelijk op 10 april 2002. Zes dagen later viel het tweede kabinet-Kok over dit onderzoek. Later in 2002 publiceerde ik een samenvatting van het Srebrenica-rapport, bedoeld voor diegenen die benieuwd waren naar de bevindingen in kort bestek van dit duizenden pagina's tellende rapport (met nog eens zoveel pagina's aan papieren en digitale bijlagen).
Ook in 2002 begon ik bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis (CPG) van de Nijmeegse universiteit aan de biografie van mr. A.A.M. (Dries) van Agt. Daarmee ontstond een biografieënreeks van oud-premiers van het CPG, na oud-premier Piet de Jong. Van Agt was minister van Justitie (1971-1977) en premier (1977-1982) en stelde ons zijn archief ter beschikking, dat nu in Nijmegen gedeponeerd is bij het Katholiek Documentatiecentrum. Met Peter van Griensven en Johan van Merriënboer als co-auteurs verscheen deze biografie in mei 2008. Het eerste exemplaar werd aangeboden aan premier Jan Peter Balkenende op het Catshuis. Het boek verscheen als paperback en hardcover.
Als tussendoortje publiceerde ik met Carla Hoetink, die ik op de Nijmeegse universiteit had leren kennen, 'Over lijken', over parlementair taalgebruik. Dit boek boden we in maart 2006 in de Oude Zaal van de Tweede Kamer aan, aan de verzamelde oud-voorzitters van de Tweede Kamer die we voor het boek ook gesproken hadden. Centraal in het boek staat de bevoegdheid, die de Voorzitter van de Tweede Kamer van 1934 tot 2001 had, om te schrappen uit de Handelingen van de Tweede Kamer. Door te bezien hoe deze gebruik maakte van die bevoegdheid ontstond, zoals Boom het op de achterkant van het boek noemde, 'een vrolijke cultuurgeschiedenis van het parlement'.
Vanaf 2008 werkte ik een jaar voor de toenmalig Voorzitter van de Tweede Kamer, Gerdi Verbeet, aan een rapport over parlementaire zelfreflectie. Zoals de naam al aangeeft was dit project bedoeld als een poging om Kamerleden een soort spiegel voor te houden, om zo te weten te komen of er dingen beter kunnen. Onder andere is daarin geanalyseerd hoe de Kamerleden gebruikmaken van de instrumenten die ze tot hun beschikking hebben. Het rapport met als titel 'Vertrouwen en zelfvertrouwen' verscheen als Kamerstuknummer 31845 nr. 3.
In 2009 begon ik aan de Universiteit Maastricht (als een van de partners in het Montesquieu Insituut) aan een promotie-onderzoek. Het onderwerp: coalitievorming (zeg maar, de weg die wordt afgelegd van verkiezingen naar een nieuw kabinet). Daarbij vergelijk ik Nederland en Duitsland, bezien vanuit juridisch, historisch en politicologisch perspectief. Op 9 maart 2017 verscheen het boek en ben ik gepromoveerd. Daarna ben ik gaan werken aan een boek over dagblad Trouw, uit te brengen bij het 75-jarig jubileum van die krant. Dat verscheen op 17 februari 2018 onder de titel 'Trouw - 75 jaar tegen de stroom in' en is nog steeds verkrijgbaar (ook weer bij Boom). In november 2020 verscheen mijn biografie van oud-landbouwpoliticus Pierre Lardinois.
Vanaf 2020 werkte ik aan de biografie van oud-ARP/CDA-politicus Jan de Koning, die op 27 november 2023 verscheen. Sinds 2023 werk ik aan een boek over de geschiedenis van het ministerie van Algemene Zaken.
Tot slot: sinds ik in 1992 in Leiden ben gaan studeren, ben ik hier steeds naar tevredenheid blijven wonen. In 2002 ben ik er lid van de gemeenteraad geworden voor D66. In maart 2018 heb ik afscheid genomen van de gemeenteraad. Bij die gelegenheid ben ik benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.